De of het hond?
Voorbeeld: De hond blaft.
Meervoud: honden
- Die/dat: die hond
- Deze/dit: deze hond
Uitleg
Het lidwoord "de" wordt gebruikt voor mannelijke en vrouwelijke woorden. Dit zijn meestal woorden die eindigen op -e, -ing, -heid, -nis, -schap, of woorden die van oorsprong vrouwelijk zijn.
Bijvoorbeeld: de tafel, de stoel, de computer, de telefoon, de koffie, de appel, de fiets, de boom, de kat, de hond.
Het juiste lidwoord bij het woord "hond"
In het Nederlands heeft elk zelfstandig naamwoord een bepaald lidwoord: de of het. Het woord hond krijgt altijd het lidwoord de, dus: de hond.
Waarom de en niet het?
Woorden die verwijzen naar levende wezens, zoals mensen en dieren, zijn meestal mannelijk of vrouwelijk en gebruiken het lidwoord de. Hond is een mannelijk of vrouwelijk woord en valt daarom in deze categorie. Het lidwoord het wordt vooral gebruikt bij onzijdige woorden, vaak voor dingen of abstracties.
Weinig uitzonderingen
Er zijn een paar Nederlandse woorden die zowel de als het kunnen krijgen, maar hond behoort hier niet toe. Je zegt dus altijd de hond.
- De hond blaft.
- Ik zie de hond in de tuin.
Zo weet je zeker dat je het juiste lidwoord gebruikt bij dit dierlijke woord!